Wil Jansen gebruikt in haar olieverfschilderijen motieven uit de natuur als uitgangspunt voor haar onderzoek naar de fundamentele aspecten in de schilderkunst. In de eerste plaats een zoeken naar vorm en kleur, de bijzondere eigenschappen van olieverf, naar patronen , ritme en regelmaat, structuren, en de bijzondere verfhuid. Het onderzoek kan resulteren in al dan niet kleurige vlakken, lijnen, stipjes, strepen, scheuren dan wel kraters. Het expliciet tonen van de manier waarop de verf is aangebracht, namelijk in repeterende dikke verflagen met het paletmes, is essentieel in haar schilderijen. De schilderijen zijn niet de expressieve neerslag van een emotioneel gevoel en zijn ook geen abstracte composities die vanuit de ratio zijn bedacht. Het schilderproces is een zich herhalend opbrengen en afhalen van de verf in bewegingen, vormen en structuren die eindeloos door lijken te gaan.Soms in schijnbare chaos dan weer duidelijk gestructureerd.